Tijdens deze toolbox besteden we aandacht aan de veiligheid rondom trappen en ladders.
Doel:
Mobiele ladders zijn bedoeld om een hoger (of lager) gelegen niveau te bereiken en (in principe) niet als werkplek.
Er bestaat een duidelijk verband tussen de hoogte waarvan iemand valt en de ernst van het letsel of de kans op sterfte. Uit onderzoek blijkt dat de kans op botbreuken, ernstig letsel en sterfte toeneemt bij een toenemende valhoogte. Op basis van de beschikbare kennis is er, volgens de Gezondheidsraad, geen veilige grens voor de valhoogte vast te stellen. Vallen van een hoogte lager dan 2,5 m kan namelijk tot (blijvend) letsel leiden. Een hoogte van maximaal 2,5 meter wordt als norm gehanteerd, maar ook bij een lager hoogteverschil verplicht het Arbobesluit tot het nemen van maatregelen met name in geval van aanwezigheid van risicoverhogende omstandigheden of openingen in vloeren.
Wet:
Ladder of trap zijn als werkplek niet toegestaan wanneer een ander, veiliger arbeidsmiddel kan worden gebruikt.
Bijvoorbeeld (rol)steiger of hoogwerker.
Bedoeld om op werkplek te komen, niet als werkplek.
Wanneer mag je een ladder als werkplek gebruiken?
Bijvoorbeeld:
Ladder | Trap |
Stahoogte < 5 m | Stahoogte < 2,5 m |
Totale statijd per project < 2 uur | Totale statijd per project < 4 uur |
Individuele statijd per dag < 1 uur | Individuele statijd per dag < 2 |
Krachtsuitoefening < 50N | Krachtsuitoefening < 50N |
Reikwijdte < 1 armlengte | Reikwijdte < 1 armlengte |
Te vervoeren materiaal is < 1 meter | |
Voorwerpen die gedragen moeten worden zijn < 10 kg | |
Windkracht < 6 Bf en geen gladheid |
Ga met elkaar in gesprek over het volgende: