Het doel van deze procedure is inzicht geven op welke wijze er gemeten dient te worden in ruimten waarin door de mogelijke aanwezigheid van gassen of het afwezig zijn van voldoende zuurstof, gevaar is voor: verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie (VBVBE). Zodat je een ruimte kunt vrijgeven voor je start met de werkzaamheden. En het registreren van de meetwaarden.
Gasmeetapparatuur
Meetapparatuur moet gekalibreerd zijn en geschikt voor de te meten stof. Dit moet voor iedere meting zijn gecontroleerd. Voor de meeste metingen zijn multimeters voldoende (CO, H2S, O2, LEL). Aanvullend zijn er specifieke gasmeters voor andere stoffen (NH3 “ammoniak”, HCN “blauwzuur”, enz).
Er worden verschillende soorten metingen onderscheiden:
Let op! De standaard meters bij GMB zijn afgestemd op methaan. Wanneer de meters gebruikt worden voor het meten van andere gassen, dan moeten meetgegevens zoals LEL hierop afgestemd zijn.
De meetapparatuur dient halfjaarlijks te worden gekeurd en gekalibreerd. Controleer voorafgaande het werk of nog wordt voldaan aan deze vereisten.
Gasdetectie Ventis MX4
Gepompte meter
Voor vrijgave metingen moet de ruimte worden bemonsterd met een gepompte meter met aanzuigslang of -stang. Hiermee wordt de omgevingslucht actief aangezogen en kan ook op grotere diepte worden gemeten terwijl op het display van de meter het meetverloop met eventuele fluctuaties kan worden gemonitord. Sterke fluctuaties tijdens een meting kunnen wijzen op een instabiele, onveilige situatie. Een herhalingsmeting is dan nodig omdat een beoordeling voor vrijgave gebaseerd moet worden op een stabiele meetwaarden.
Plaats de gasmeter in de pomp met de cellen naar boven!
Diffuse meter
Tijdens het werken in een besloten- of bijzondere ruimte moet de lucht continue worden gemonitord. Dit kan met een gepompte meter maar kan ook met een diffuse meter mits deze in de ademzone wordt gedragen.
Veilige meetwaarden
Voordat een besloten- of bijzondere ruimte wordt betreden, moet zijn vastgesteld dat er een stabiele situatie is met:
zuurstofconcentratie (O2) tussen 19,5 - 23 vol%. Het doel is altijd 20,9%. Indien dit niet gehaald wordt moet de afwijking elders opduiken.
brandbare gassen en dampen max. 10% LEL. Apparatuur is doorgaans ingesteld voor methaan (CH4)/ biogas.
de concentratie van gassen, dampen of stof niet hoger is dan de bedrijfsnorm (wettelijke grenswaarde of strenger) van de betreffende stof. Meest voorkomende risicostoffen in de afvalbranche (/riolering).
De gasdetectiemeter is standaard ingesteld op de tijd gewogen gemiddelde (TGG) 8-uur. Indien uit de meting blijkt dat de gemeten waarde boven de TGG 8-uur uit komt, dan kan de TGG 15-min ingesteld worden en kan er maar een beperkte periode (ongeveer 15 minuten) in de besloten ruimte gewerkt worden (mits TGG 8-uur niet overschreden wordt).
Bij het afsluiten van een riool met vrij verval zijn er meetwaarden van 3-4 ppm bekend. Bij geperste leidingen met vrij verval zijn er locaties in Nederland bekend met bijna 2000 ppm. Houd hier rekening mee en open indien nodig de put met extra voorzichtigheid (haaks op de wind, gezicht van de put af).
Praktijk van de meting
Verticale ruimten (bv staande tank, silo, put, etc)
Vrijgave meting
Stabiele meetwaarden
Als alle waarden onder de grenswaarden liggen en stabiel zijn (geen fluctuatie), dan mag de ruimte worden vrijgegeven voor betreding. Als er geen sprake is van veilige en stabiele meetwaarden, probeer dan de oorzaak te achterhalen (check omgeving en meetapparatuur) en doe na 5 min. een nieuwe meting (herhalingsmeting).
Als na herhalingsmeting een grenswaarde nog steeds wordt overschreden, betreedt de ruimte dan niet maar overleg met de KAM-coördinator/veiligheidskundige/leidinggevende over vervolg stappen om de oorzaak weg te nemen.
Als uit de herhalingsmeting geen stabiele meetwaarden blijken, overleg dan met de KAM-coördinator/veiligheidskundige/leidinggevende wat een veilige oplossing is. Het kan zijn dat verderop een put voor meer ventilatie open getrokken moet worden of toch het besluit nemen niet te starten.
Herhalingsmeting
Een herhalingsmeting moet, op dezelfde wijze, worden uitgevoerd en na iedere (langere) werkonderbreking, bv koffie-/lunchpauze, nieuwe werkdag.
Continue meting
Tijdens het werk draagt iedere medewerker een (diffuse) meter. De meter wordt gedragen in de ademzone en meet dezelfde stoffen als waarop de vrijgave gebaseerd is en alarmeert bij overschrijding van een grenswaarde.
Horizontale ruimten (bv kelder, depot, riool, liggende tanks, etc.)
Vrijgave meting
Deze is gelijk aan de vrijgave meting voor verticale ruimten, echter als deze meetwijze niet mogelijk of zinvol is dan wordt de volgende werkwijze gevolgd (n.b. door de grootte van de ruimte kunnen de gevaren (VBVBE) ook elders in de ruimte aanwezig zijn.):
Herhalingsmeting
Een herhalingsmeting moet, op dezelfde wijze, worden uitgevoerd na iedere (langere) werkonderbreking, bv koffie-/lunchpauze, nieuwe werkdag.
Continue meting
Tijdens het werk draagt iedere medewerker een (diffuse) meter. De meter wordt gedragen in de ademzone en meet dezelfde stoffen als waarop de vrijgave gebaseerd is en alarmeert bij overschrijding van een grenswaarde.